De meeste Edelstenen ontstaan, diep in de aarde onder hoge druk en onder invloed van allerlei processen die in en op de Aarde plaatsvinden gevoed door de elementen Lucht, Vuur, Water en Aarde. Iedere plaats op aarde is rijk aan verschillende elementen als metalen en zouten.
Elementen die ook in de mens zijn terug te vinden en die de mens ook nodig heeft om goed te kunnen functioneren, op alle niveaus.
Door de vindplaats van de edelsteen is de ene steen rijker aan een bepaald element dan de andere.
Edelstenen kunnen tekorten die ontstaan zijn aanvullen, alles is immers energie, ook mens, dier, planten en gesteenten.
Energieën kunnen informatie uitwisselen en verbindingen met elkaar aan gaan.
Ieder mens, ieder voorwerp, iedere steen heeft zijn eigen trilling, daarom is de ene steen meer geschikt dan de andere voor ieder individu.
Iedere edelsteen heeft bepaalde algemene kwaliteiten maar wat voor de een werkt, hoeft voor de ander niet te werken.
Het leven is als de elementen, altijd in beweging
Alles is in verhouding.
Kwartsen zoals bergkristal, rozekwarts, rookkwarts, amethist, citrien en jaspis worden het meest aangetroffen op Aarde.
Kwarts bestaat voor een groot deel uit silicium.
Laat dit nou ook het grootste bestanddeel van het menselijk lichaam zijn !
De hierboven genoemde kwartsen zijn dan ook voor praktisch iedereen toegankelijk en het meest bekend.
Andere edelstenen zijn zeldzamer. De bestanddelen of elementen waaruit ze zijn opgebouwd, zoals aluminium, ijzer, magnesium, zwavel en beryl zijn in minder grote terug te vinden op Aarde zo ook in het menslijk lichaam. Wij hebben deze mineralen of elementen wel nodig maar in minder grote hoeveelheid dan silicium.
Silicium heeft het vermogen informatie op te slaan.
In het sjamanisme worden stenen de botten van moeder Aarde genoemd.
In onze botten worden onze cellen aangemaakt, de cellen bevatten geheugen.
Kwarts en silicium worden in de moderne communicatie technieken zoals computers en gsm’s gebruikt.
In oude beschavingen gebruikte men met name bergkristal en goud om met de “Goden” te communiceren.